De allereerste informatie die ik vond over het bestaan van AM Pareau: in 1867 wijst hij als (kanton-)rechter te Woerden een voogd toe aan Margje Visser, een dienstbode die zwanger is en toestemming van een voogd nodig heeft om te kunnen trouwen. Deze voogdijzaak dient in de Stadsherberg te Woerden waar de rechtszittingen plaatsvinden.
Geboren op 9 maart 1833 in Groningen, overleden 24 oktober 1898 te Hilversum. Zoon van Louis Gerlach Pareau (1800-1866) en Cornelie(a) Catharina Suzanna van Staveren (1802-1887). Studie: rechten, in Groningen. Hij trouwt op 13 maart 1880 in Dresden met Louisa Héléne Schmidt, geboren op 24 juli 1847 in Königstein als dochter van Carl August Schmidt (beroep: financieraad) en Henriette Wilhelmine Louise Bernstein. Louisa is gescheiden van ene Leidloff. Alexander is Nederlands Hervormd en zij Evangelisch Luthers. Hun huwelijk wordt ingeschreven in Amsterdam op donderdag 19 augustus 1880. Ze krijgen geen kinderen. Een paar maanden na Alexander’s dood verhuist Louisa op 27 maart 1899 naar Dresden. Ze sterft in Annaberg (Erzgebirge) op 19 maart 1920.
Alexander’s persoonlijke levensfeiten, zijn publicaties, beroepsmatig in de krant, in het Noord-Hollands Archief en varia. Index van zijn archief in het Rijksmuseum.
Woonadressen in Amsterdam: – Leidschestraat 15 – Keizersgracht 461 – Kalverstraat 56 – Kalverstraat 11 – PC Hooftstraat 59 – Willemsparkweg 33-hs – Hilversum: Hooge Naarderweg 16c Afbeelding links: Breitner: Dam met paardentrams, coll. Stedelijk Museum Amsterdam |
Levensloop
De schat aan kennis uit het archief van de historische kranten uit de Koninklijke Blibliotheek maakt het mogelijk zijn beroepsleven te reconstrueren.
Alexander begint zijn loopbaan als advocaat in Groningen. Na een paar jaar stapt hij over naar de rechterlijke macht. Naast zijn werk voor de Rechtbanken van Wijk bij Duurstede, Woerden, de provincie Noord-Holland en Amsterdam is Alexander maatschappelijk zeer actief. Zijn belangrijkste nevenactiviteiten betreffen de Nederlandse Vereniging voor de Statistiek, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG) en de Vereniging tot bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid in Nederland. Bovendien is hij ook nog lid van diverse commissies. Al in 1869 is hij actief betrokken bij de Internationale Tentoonstelling in Amsterdam. Jaren later is hij een actief lid van een KOG-commissie die een retrospectieve tentoonstelling voorbereidt van toenmalige hedendaagse kunst. Dit is in het kader van de Koloniale Wereldtentoonstelling op het Museumplein (1883). Voor die expositie heeft hij de catalogus samengesteld.
Meer over zijn nevenfuncties en commissies
Meer over zijn activiteiten voor het KOG
In juni 1870 benoemt de koning van Denemarken hem tot ridder in de prestigieuze Orde van Danebrog. De Nederlandse koning verleent hem toestemming deze ridderorde aan te nemen. Bovendien herbenoemt de koning hem als rechter in Woerden. Ook 1870 is een bijzonder jaar voor hem: begin februari maakt hij deel uit van een missie naar de Franse keizer Napoleon III om hem een medaille te overhandigen. Die werd de Franse keizer verleend vanwege zijn bijdrage aan de Internationale Tentoonstelling in 1869 in Amsterdam.
De staatscourant van 25 juni 1889 meldt dat Zijne Majesteit toestemming geeft aan AM Pareau om de eretitel ‘Ridder in de Orde van de Kroon van Italië‘ te aanvaarden. De koning van Italië kent die aan hem toe.
Om gezondheidsredenen neemt hij per 1 oktober 1898 ontslag. Het Utrechts Nieuwsblad van 18 aug. 1898 citeert de Staatscourant: “Bij koninklijk besluit … is aan mr A.M. Pareau, op verzoek, met ingang van 1 October verleend een eervol ontslag uit zijne betrekking van vice-president der arrondissements-rechtbank te Amsterdam, onder dankzegging voor de in rechterlijke betrekkingen bewezen diensten.”
Melding van zijn dood op 30 oktober 1898 in de Rijnbode. Bij het korte In Memoriam stond vermeld: Ridder in de Orde van Dannebrog (Denemarken) en tevens Ridder van de Kroon van Italië. Een raadsel waaraan hij deze titels verdiend had!
Zijn laatste publicatie verschijnt na zijn dood: Adriaan Pit, zijn co-auteur, geeft in 1900 het boek “Nederlandse glasgraveurs en glasetsers en hun werk” uit. In het jaarverslag (1900) van het KOG staat de boektekst (72 pags.) als eerbetoon. Helaas heeft hij het boek niet kunnen voltooien door zijn dood. Hij is begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Boschdrift, toen aan de rand van Hilversum.
Zijn archief ligt in het Rijksmuseum. De inhoudsbeschrijving.
Belangrijkste bronnen: Delpher (historische kranten uit de KB) en het Stadsarchief Amsterdam Bevolkingsregister & overgenomen Delen (scan nr OGDA 00037000201). Oude jaarverslagen van het KOG