De toren van het stadhuis: bron en kopie van ‘Oneindig Noord Holland

Wel eens omhoog gekeken en gezien welke windvaan er op de toren van het stadhuis staat? Dat is een zeemeermin! In 1403 strandde er tijdens een storm een zeemeermin in het Purmermeer bij Edam. Haarlem, als grootste stad van Holland, eiste het wonder gewoon op en zo kwam zij hier te wonen. Men leerde haar spinnen en bidden en zij zou hier nog jaren hebben geleefd. Toen ze overleed werd ze gewoon in de kerk begraven.
Schilderij stadhuis Haarlem door Saenredam Stadhuis van Haarlem door Pieter Jansz. Saenredam

De toren

Maar er is nog meer over de toren van het stadhuis te vertellen. In het Museum Boijmans van Beuningen hangt het schilderij ‘Christus voor Pilates’, dat door deskundigen wordt beschouwd als de oudste afbeelding van het Stadhuis van Haarlem. Behalve de ons nog steeds bekende delen van het gebouw, zoals de Vierschaar (waar recht werd gesproken), staat er ook een toren op. Waarschijnlijk stond deze niet op het dak, maar tegen het gebouw aan. Uit beschrijvingen weten we, dat er een klok in heeft gehangen. In 1465 is de toren gesloopt, waarom is onbekend, maar er werd meteen begonnen aan de bouw van een nieuwe. Een toren had in die tijd namelijk een belangrijke functie. Bij een naderende vijand of beginnende brand werden de klokken geluid, maar ook als er een vonnis werd voltrokken op het schavot. We kunnen wel stellen, dat Haarlem prat gaat op bijzondere torens. Heeft de Grote of St. Bavokerk een toren die inwendig van eikenhout is, de stadhuistoren werd grotendeels inpandig, heel ongebruikelijk in die tijd.

100 jaar een toren

Helaas is de toren in 1772 gesloopt; het houtwerk was vergaan. Vele jaren later was het de eerste gemeentearchivaris mr. A.J. Enschedé die het openlijk betreurde, dat de toren was verdwenen. In 1905 kreeg architect L.C. Dumont als directeur van Openbare Werken de opdracht van B&W de zuidwestgevel te restaureren. Hij was er ook voor om de toren te herbouwen. Aan de hand van afbeeldingen op schilderijen en prenten was hij in staat een betrouwbare reconstructie op te maken. Maar helaas, misschien vanwege de kosten, keurde B&W het plan af. Het werd niet eens aan de gemeenteraad voorgelegd. Gelukkig was Dumont bestuurslid van de Vereniging Haerlem en samen met de toenmalige voorzitter Joh. de Breuk, die tevens wethouder was, werd besloten geld onder particulieren in te zamelen. Er werd liefst 7000 gulden opgebracht en op 1 april 1915 kon de nieuwe toren worden opgeleverd. In het stadhuis is nog altijd een glas-in-loodraam te vinden waarop deze schenking wordt vermeld. Uiteraard zal de Historische Vereniging Haerlem tijdens het Open Monumentenweekend van 2015 met een tentoonstelling aandacht schenken aan het feit dat het stadhuis al weer 100 jaar een toren heeft.

Geschreven door Marjorie Vroom